woensdag 30 september 2009

3D - Periode 1


Onze eerste lessen 3D beeld bevonden zich af in de keramiek werkplaats. De opdrachten varieerden van het maken van een toren hoge pot tot het boetseren van een oor dat vervolgens werd getransformeerd tot alpenlandschap.
Veel van de keramiek lessen gingen over het ontdekken, begrijpen, voelen van het materiaal en de bijkomende beperkingen en mogelijkheden. Bij het na-kleien van een pot merkte ik de onmogelijkheid van het materiaal om te voldoen aan het verworden tot een exacte kopie van de pot. En leerde ik kijken naar wat de essentie is van een vorm, wat brengt het met zich mee. Zo kan je bijvoorbeeld op de foto's zien dat de pot van Lonneke veel beter het lichte gewicht van de pot uitstraalde dan die van mij. Het feit dat ze die zware homp klei kon laten lijken op een lichte plastic pot geeft goed aan dat ze de essentie van de vorm te pakken had.
Bij het maken van het oor had je uiteraard ook met deze zaken te maken. Daarbij komt dat het vooral ook een kwestie van durven en goed kijken was. Ik begon met een globale oor vorm en was bang daar van af te wijken. Een oor is natuurlijk een in gewikkelde vorm, en om van klei een zo precies mogelijke kopie te maken is lastig. Wanneer je het oor groter maakt dan een normaal oor is het lastig om de verhoudingen van diepte in de gewelven van het oor goed te zien, het was geen oor meer maar een nieuw object. Ik moest dus loslaten van wat ik een oor vond, en moest goed kijken naar het oor en die maten vertalen naar een groter nieuw object.
Erg interessant.



Bij 3D-Beeld moesten we na een aantal lessen een tuin maken. De opdracht luidde als volgt: ontwerp een tuin op een plank van 60x60 cm gebruikmakende van niet organische materialen, met als voetnoot dat het neit de bedoeling was om herkenbare bomen/struikjes etc te hebben in je tuin (houd het abstract).
Na een doos materialen verzameld te hebben en een eerste opzet voor mijn tuin op papier te hebben gezet (zie foto's) ging ik in de les van start met het ontmantelen van een Laser printer die ik diezelfde les vond bij het afval (ik had deze materialen dan ook niet in mijn ontwerp meegerekend). Ik begon me te realizeren dat dit materiaal (electronica, industrieel spul) zich minder goed leende voor mijn eerste idee (een klinisch, strak, megalomaan 'architectuur uit hitlers tijd' -Speer?- Franse, sferische tuin) maar een heel andere sfeer met zich meedroeg. Het materiaal had een soort ruwheid en viezigheid in zich waardoor ik afstapte van het klinische idee dat ik eerst had en de grootsheid en viezigheid wilde combineren/gebruiken om een geordende/gestructureerde, franse, megalomane, 'industrial' tuin te maken (helaas veel opsommingen van woorden die voor iedereen mischien een ander beeld oproepen, maar anders beschrijven gaat voorlopig even niet, en is ook niet de opzet van deze post)
Het materiaal stuurde mij dus in zekere zin, of, zoals ik het liever zie, ik realiseerde me wat het materiaal met zich mee droeg, waar het om vroeg, en wat het kon.
Ik heb geprobeerd om de hoogte in te werken, een beeld op te roepen van groteskheid, een overweldigende ervaring voor de 'belever' van de tuin. Tijdens dit proces stuitte ik op een aantal vragen. Hoe creƫer je een bepaald gevoel, geef je een kracht mee aan een ruimtelijk beeld. Iets moet hoog zijn/lijken. En dat is precies de vraag, moet het letterlijk hoog zijn, of kan het hoger lijken door toevoegingen van bijv. contrasterende lijnen, vormen. Wat laat ik leeg, waar zet ik iets neer, (het een brengt overigens het ander logischerwijs met zich mee) allemaal zaken waarmee je gewoon weg moet experimenteren en waarvan je pas weet dat je klaar bent (lees was) als je door bent gegaan. Op dat punt werkt terug gaan vaak niet meer, en dan moet je dus maar door modderen en de les er uit trekken voor de volgende keer.
Morgen bespreken we de tuinen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten